Patiëntportalen: de mening van de arts over zijn werkdruk


Het patiëntportaal biedt steeds meer mogelijkheden op het gebied van zorg. Door gebruik van het patiëntportaal wordt de patiënt meer betrokken bij het eigen zorgproces en ontstaat er betere informatievoorziening. Ook verbetert dit de kwaliteit van zorg en krijgt de patiënt meer regie over de behandeling.

Regie voor de patiënt

Met die regie en slimmer wordende patiënt ontstaan er wellicht ook meer vragen en of vragen én antwoorden op andere tijden in het zorgproces. Maar hoe past dit in de werkdag van de arts, hoe staat het met de werkdruk, hebben zij hier last van? M&I/Partners ondersteunt, adviseert en begeleidt meerdere ziekenhuizen bij de implementatie van portalen en PGO’s. M&I/Partners wilde meer duidelijkheid over dit proces. Onder begeleiding van Rutger Leer heeft Lotte van Drie van het UVA (Medische Informatiekunde) dit onderzocht.

Hoe werkt het patiëntportaal?

In de praktijk is gekeken of artsen werkelijk extra vragen krijgen door de invoering van het patientportaal. Diverse artsen zijn tijdens interviews gevraagd naar hun ervaringen met het patientportaal.De artsen geven aan inderdaad vragen te ontvangen van patiënten naar aanleiding van het openstellen van het patiëntportaal. Deze vragen ontvangen zij via een e-consult. Een klein aantal artsen ervaart extra werkdruk door de vragen die zij van patiënten via het portaal ontvangen. De werkdruk ervaren zij als vervelend, maar hebben hierdoor (nog) geen stress ontwikkeld. Door het openstellen van het patiëntportaal kunnen artsen het gevoel hebben 24/7 beschikbaar te moeten zijn.

Versnelling informatie-uitwisseling

Onze verwachting is dat wet en regelgeving en subsidieprogramma’s zoals Vipp en Medmij bijdragen aan versnelde groei van interactie en informatie-uitwisseling tussen de patiënt en de professional. Om die reden is er vanuit het onderzoek nagedacht hoe het portaal en het communicatiemiddel E-consult goed in te zetten in de zorg, te implementeren. Om werkdruk te voorkomen zijn er interventies te doen op verschillende niveaus:

  • organisatorisch niveau (zorginstellingen) of
  • individueel niveau (artsen).

De organisatie van werkdruk

Voor zorginstellingen is het goed om bepaalde functionaliteiten van het portaal toe te voegen of aan te passen. Een voorbeeld hiervan zijn vragenlijsten, deze kunnen vooraf ingevuld worden door patiënten. Artsen houden hierdoor meer tijd over. Een uitbreiding op de vragenlijst is de digitale anamnese, waarbij een volledige beschrijving van het ziektebeeld in het portaal wordt weergegeven. Naast specifieke informatie over de patiënt zelf, kan er ook algemene informatie over een ziektebeeld in het portaal gedeeld worden. Bijvoorbeeld informatie over wat een ziekte precies inhoudt en wat een patiënt kan verwachten gedurende het zorgproces. Dit kan leiden tot minder vragen bij patiënten en hierdoor minder werkdruk bij zorgprofessionals. Een andere toepassing is het tijd vrijmaken voor e-consulten tijdens het spreekuur. Artsen doen e-consulten nu nog in hun vrije tijd. Dit zorgt voor veel ontevredenheid. Een arts omschrijft het probleem als volgt: ‘Het probleem is dat het een nieuwe, extra manier is om te corresponderen met de patiënt. Extra mogelijkheid om contact te hebben, maar daar hebben we geen tijd voor ingeroosterd, dus dat komt er weer bij. En dat is het waarom het als extra druk voelt.’

Proactieve e-consulten

Kortom E-consulten zijn nu nog niet ingericht in het proces. We reageren op patiënten, waardoor structureel tijd inplannen nog niet rendabel lijkt, er is veel variatie per week in hoeveel vragen er binnen komen. Er is een andere mogelijkheid. In plaats van het afwachten van vragen via een e-consult, is het optie om e-consulten actief in te plannen met type polibezoeken die vervangen kunnen worden door e-consulten, bijvoorbeeld bepaalde herhaalbezoeken. Natuurlijk wel alleen als de patiënt dit wil. Hierbij moet gedacht worden aan het leveren van een e-consult service waarbij een patiënt niet naar het ziekenhuis komt. In plaats daarvan kan de patiënt op dat moment online contact hebben met de arts. Het consult vindt online plaats en de patiënt kan vragen stellen als deze er zijn. De arts kan op dat moment ook eventueel andere E-consulten beantwoorden. Dit is voordelig voor de patiënt omdat dit kan vanaf de bank thuis. Een aanvulling op het e-consult is een video-consult. Hierbij is ook beeld aanwezig, waardoor expressies en gezichtsuitdrukking ook zichtbaar zijn.

Maatregelen beter zorgtraject

Niet alleen zorginstellingen kunnen veranderingen toepassen, ook artsen zelf kunnen een steentje bijdragen. Allereerst is een herschikking van werk mogelijk. Het draait hierbij om het verdelen van e-consulten tussen medisch specialisten en de verpleegkundige en/of de verpleegkundig specialist/physician assistent gebaseerd op inhoud van de vragen. Deze verdeling kan rust geven bij alle partijen. Daarnaast is het belangrijk om patiënten te betrekken bij het eigen zorgproces. Door goed uit te leggen aan patiënten hoe het portaal werkt en hoe ze hier mee om moeten gaan, kan het stellen van vragen voorkomen worden. Een extra toevoeging zou zijn om als arts ook een keer te kijken in het portaal, zodat een algemeen beeld geschetst kan worden van wat het portaal inhoudt. Het patiëntportaal van de dokter Deze maatregelen dragen allen bij aan een beter zorgtraject voor de patiënt en helpt werkdruk bij artsen naar aanleiding van het patiëntportaal voor te zijn.

Patiëntportaal verbeteren

Hoewel de geïnterviewde artsen geen grote impact voelen op hun werkdruk op dit moment, zijn er wel mogelijkheden om het patiëntportaal te verbeteren, aan te passen en te veranderen in de toekomst. Artsen worden nog onvoldoende betrokken bij het patiëntportaal. Wanneer het portaal ook meer van de artsen wordt, kan de toegevoegde waarde toenemen. Het is daarom zoeken hoe de artsen (en ook de patiënt) hier beter bij betrokken kunnen worden. Wanneer deze partijen actief meedenken is de kans dat er meer uit het portaal gehaald kan worden groter en dan zal het ook minder als extra druk voelen.


Benieuwd naar het complete onderzoek of vragen naar aanleiding van het artikel of het rapport. Neem contact op met Rutger Leer!



Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties