Regionale samenwerking in het sociaal domein


Regionale samenwerking werkt maar roept ook vaak de nodige vragen op. Regionale samenwerking in het sociaal domein gaat niet vanzelf.  Vanuit M&I/Partners zien we verschillende vormen van regionale samenwerking waar diverse voordelen en nadelen bij te benoemen zijn. Naast deze samenwerkingsvormen zien we ook een onlogische knip onstaan. Een grijs gebied waar eigenlijk geen keuze wordt gemaakt. Dit leidt vaak tot een complexe en niet wenselijke samenwerking. Wanneer is regionale samenwerking wel verstandig? Hoe draagt een samenwerking bij aan het realiseren van inhoudelijke en financiële doestellingen?

Vormen van regionale samenwerking

De verschillende samenwerkingsvormen van regionale samenwerking kunnen als volgt worden weergegeven.

  • Regionale inkoop: lokale declaratie/facturatie en toewijzing.
  • Volledig regionaal: regionale inkoop, declaratie/facturatie en toewijzing.
  • Regionale administratie: regionale declaratie/facturatie en toewijzing maar lokale inkoop.
  • Volledige lokaal: llokale inkoop, declaratie/facturatie en toewijzing. Valt eigenlijk niet onder regionale samenwerking. 

 Regionale samenwerking

Regionale inkoop

Binnen regionale inkoop zijn diverse voordelen te behalen. Omdat gemeenten 'samen' inkopen is hun onderhandelingspositie voor de inkoop van zorg bij leveranciers sterker. Daarnaast ontstaat er tijdbesparing van de inkoop in gesprekken met zorgaanbieders omdat ze samen gevoerd worden . De kwaliteit verbetert door samen te werken en kennis te bundelen tussen gemeenten. Aandachtspunten bij deze samenwerkingsvorm zijn:

  • Calimero effect: grote versus kleine gemeenten.
  • Samenwerking tussen inkoop/beleid en uitvoering is ook zeker regionaal van belang.
  • Politieke standpunten en bestuurlijke keuzes moeten op elkaar afgestemd worden
  • Verschillende applicaties in gebruik bij de verschillende gemeenten moeten onderling kunnen samenwerken.

Volledige regionale samenwerking

Binnen volledige regionale samenwerking zijn voordelen te behalen op het gebied van administratie.  Door één administratie-orgaan in te richten voor de gehele regio wordt het proces efficiënter. Het afvangen van fluctuaties in te verzetten werk wordt makkelijker en ook hier is de onderhandelingspositie bij de inkoop van zorg sterker, omdat je met meer gemeenten inkoopt. Aandachtspunten binnen deze samenwerkingsvorm zijn:

  • Samenwerking tussen beleid en uitvoering is ook bij een volledige regionale samenwerking van belang.
  • Politieke standpunten en bestuurlijke keuzes moeten ook hier op elkaar afgestemd blijven worden. 

Regionale administratie

Deze vorm zie je in de praktijk niet veel voorkomen. Binnen deze samenwerkingsvorm wordt er lokaal ingekocht, maar regionaal op administratieniveau samengewerkt. Dit is mogelijk in gemeenten waar gebruik wordt gemaakt van Shared Service Centers en de administratie is uitbesteed.

Volledig lokaal (geen regionale samenwerking)

Door volledig lokaal te werken heb je als gemeente eigen regie over politiek, beleid/inkoop en uitvoering. Toch brengt deze manier van werken ook aandachtspunten met zich mee. 

  • De onderhandelingspositie bij de inkoop van zorg is zwakker, omdat je maar als één gemeente inkoopt.
  • De capaciteit van beleidsmedewerkers voor inkoop is een stuk minder.
  • Of er voldoende personeel is voor de uitvoering om ook fluctuaties af te vangen of daar correct mee om te gaan.
  • Vaak moet je het wiel zelf uitvinden. 

Verschil omvang gemeenten

De omvang van de gemeente bepaalt ook de keuze voor een van deze samenwerkingsvormen. Soms zijn verschillen in omvang tussen gemeenten groot. Grotere gemeenten kunnen al snel als te dominant worden ervaren, wat ten koste gaat van het vertrouwen in de samenwerking. Kleinere gemeenten bundelen vaker elkaars krachten. Grotere gemeenten hebben vaak voldoende ‘eigen’ capaciteit, visie en kunnen kwaliteit leveren om zelf de inkoop en de administratie op te pakken.

De onlogische knip

De onlogische knip wordt gekozen omdat er gedacht wordt dat het politiek of beleidsmatig niet haalbaar is om tot samenwerking te komen. Vanuit onze ervaring zien we dat de onlogische knip niet werkt. In de regio Midden-Holland heeft M&I/Partners meegewerkt aan de omvorming van de regionale samenwerking. In 2015 koos regio Midden-Holland voor de Jeugdwet voor de zogenoemde onlogische knip in de samenwerking. In deze samenwerkingsvorm werd de facturatie van de jeugd regionaal afgehandeld. De administratie werd deels regionaal belegd, de afhandeling van de toewijzing werd lokaal belegd en de inkoop regionaal. Per 1 januari 2019 is de regio Midden-Holland overgegaan op vorm 'regionale inkoop'. Deze keuze is het meeste realistisch en haalbaar gebleken. 

Deze onlogische knip leidt tot een complexe situatie omdat toewijzing en facturatie gescheiden van elkaar werden afgehandeld. De gemeente stuurt lokaal de toewijzing aan de zorgaanbieder en richting het regionaal samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband zal de facturatie van de zorgaanbieder ontvangen en toetsen met de toewijzing. Alleen zit er vertraging op de lijn of is de gemeente nodig voor opheldering. Additioneel is hierbij van belang dat vaak binnen een samenwerkingsverband verschillende softwaresystemen worden gebruikt die niet eenvoudig met elkaar koppelen. Ook niet te vergeten is de aanwezigheid van de kloof tussen uitvoering en beleid binnen het sociaal domein. De onlogische knip op deze manier ingevuld door de regio Midden Holland maakt de regionale samenwerking complex, inefficiënt en dus niet wenselijk.

Samenwerking

Samenwerking is geen doel opzicht. De keuze voor een samenwerkingsvorm moet bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. Redeneringen en businesscases moeten duidelijk zijn en op papier zijn vastgelegd. Iedere gemeente zal hier zijn eigen afwegingen in moeten maken welke vorm het beste past. Maar laat de belangen die leiden tot een onlogische knip je niet misleiden. Deze oorzaken liggen vooral bij het niet hebben van onderling vertrouwen, vergelijkbare politieke standpunt(en)/kleuring van de gemeente, de noodzaak tot samenwerken en de aanwezige behoefte op meerdere lagen binnen de gemeente.

Digitale transformatie sociaal domein

De transformatie in het sociaal domein (integrale zorg en minder administratieve regeldruk) kan het beste aangevlogen worden met de samenwerkingvorm 'volledig regionaal'. Hierbij wordt het maximale uit de gezamenlijke inkoop gehaald en efficiëntie op de administratie behaald. Maar wanneer deze vanwege politieke, bestuurlijke of om praktische uitvoerbaarheid niet haalbaar is, zijn uitvoeringsvormen 1, 2 en 3 zeker een optie. Gemeente(n) moeten in het vormgeven van een eventuele samenwerking of samenwerkingsverband binnen het sociaal domein goed overwegen wat de juiste keuze is voor hen. Waarbij voorkomen moet worden dat de keuze op een onlogische knip valt. 

Regionale samenwerking

Wij adviseren u bij het kiezen en ontwikkelen van een regionale agenda voor gemeenten en regio’s. Ook helpen we u bij het opstellen van een businesscase en het ontwerp van de samenwerking. Overweegt u regionale samenwerking en wilt u weten wat M&I/Partners voor u kan betekenen? Neem dan contact op met Pim Freriks.



Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties

De afgelopen jaren hebben we kunnen zien hoeveel moeite gemeenten hebben het tempo bij te houden van de ontwikkeling van de informatiesamenleving. En die achterstand lijkt steeds groter te worden. Kunnen gemeenten dit überhaupt wel bijhouden of moeten we het vooral slimmer organiseren?

Lees verder

De ICT-kosten per inwoner bedragen gemiddeld 72,- euro. Dit is hetzelfde als vorig jaar. Sinds 2013 zijn de ICT-kosten zeer stabiel: tussen de  72,- en 74,- euro per inwoner. Als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein zijn de begrotingen van gemeenten gestegen met bijna 10 procent. Dit blijkt uit de ICT Benchmark Gemeenten 2016 van M&I/Partners uitgevoerd bij 24 gemeenten.

Lees verder