Het einde van het EPD-tijdperk. Wat nu?


Het einde van de grote EPD-implementaties van de afgelopen jaren is in zicht. Het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen was een van de laatste. Eind vorig jaar gaf de stuurgroep die verantwoordelijk was voor de EPD-implementatie – ik mocht er zelf deel van uitmaken – een definitieve go. Er volgde een bijeenkomst met het voltallige personeel in de centrale hal, het aftellen begon, en toen het zover was, klonk er gejuich. De nieuwe tijd was aangebroken, ook in Nijmegen.

Efficiëntere zorg

Die nieuwe tijd van betekent betere en efficiëntere zorg. Daar is iedereen het (anders dan toen de grote EPD-selecties en EPD-implementaties begonnen) inmiddels wel over eens. Bestuurders waren altijd al enthousiast. Zorgverleners, die inmiddels gewend zijn aan de gestructureerde verslaglegging waar een EPD om vraagt, zijn dat nu ook. De voordelen, bijvoorbeeld voor ketenzorg, zijn immers niet langer te ontkennen. 

Integratie in de zorg

De volgende vraag is: hoe nu verder? Ik voorzie wat dat betreft een verdere integratie van de eerste en tweede lijn, en van tweede lijn en derde lijn, en van paramedische zorg en eerste lijn. Er zijn al enkele zorgorganisaties in de eerste lijn die een systeem van een van de grote EPD-leveranciers hebben aangeschaft. Maar dat is natuurlijk niet de enige manier waarop die integratie tot stand kan komen. Met elk systeem moet dat in principe mogelijk zijn.

Digitaal meedenken en meepraten

De mogelijkheden van een verdere integratie zijn eindeloos. Neem de behandeling van mensen met hart- en vaatziekten of een verhoogd risico daarop. Daarbij gaat het soms om tien procent of meer van de bevolking van een bepaalde regio. Je kunt hen allemaal wel onder behandeling stellen van de cardioloog in het ziekenhuis, maar dat is inefficiënt en duur. Beter is het als de huisarts de hoofdbehandelaar is, of nog beter: de patiënt zelf die zijn medische situatie thuis controleert onder begeleiding van een huisarts! Een voorwaarde is dan wel dat de cardioloog op cruciale momenten kan meedenken en meepraten. Dat betekent dat hij of zij digitaal moeiteloos het dossier van de patiënt moet kunnen inzien en bewerken. Een veilige videoverbinding voor multidisciplinair overleg is eveneens een voorwaarde. En zo zijn er nog wel paar zaken op ICT-gebied die je moet regelen.

Systemen koppelen

Koppeling van systemen van de verschillende zorgleveranciers maakt dit alles mogelijk. Het is natuurlijk wel de vraag hoe je dat financiert. Ook blijft een punt van aandacht hoe het ziekenhuis omgaat met de verminderde omzet die hier het gevolg van is, en wat je doet met het leegstaande vastgoed. Dat zijn ingewikkelde kwesties, waarvoor ik in een blog als dit niet zomaar een oplossing kan aanleveren. Dat vereist denkwerk en overleg, van het ministerie van VWS, de Tweede Kamer, en uiteraard alle belangenvereniging die in de zorg zo’n grote rol spelen. En er zullen vroeg of laat middelen voor beschikbaar moeten komen, die overigens voor een aanzienlijk deel kunnen ontstaan door besparingen dankzij ICT elders.

Toekomstbestendige zorg

Hoe dan ook, de hooggeplaatste dames en heren aan de bestuurstafel zullen eruit moeten komen. In het belang van een goede, toekomstbestendige zorg. Want dat we er met z’n allen van profiteren als de patiënt en alle “lijnen” in ons zorgstelsel beter zijn gekoppeld, dat staat voor mij wel vast.



Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties

Het werk van een ICT-interim-manager of interim-CIO op een afdeling ICT lijkt verrassend simpel. Geef helder inzicht in de problematiek. Kom met een duidelijk plan van aanpak en spreek de organisatie aan op zijn verantwoordelijkheid. In de praktijk ligt dat natuurlijk anders.

Lees verder

Sinds ruim een half jaar kunnen alle patiënten van het UMC Utrecht hun medisch dossier zelfstandig en zonder vertraging inzien. Een flinke stap vooruit in de zorg-ICT. Om niet te zeggen een kleine revolutie.

Lees verder