Zorgtechnologie: een kijkje in de toekomst


Tegenwoordig is de gezondheidszorg geen geïsoleerde wereld die onaangetast blijft door technologie. Technologie verandert niet alleen hoe we ziektes behandelen, maar vooral hoe mensen in hun dagelijks leven ondersteund kunnen worden. De huidige zorg kan niet voldoen aan de groeiende populatie en de toenemende complexiteit van zorgbehoeften zonder slimme, toegankelijke oplossingen. Innovaties zoals zorgtechnologie, AI en eHealth maken het mogelijk om zorg persoonlijker, menselijker en dichter bij de cliënt te organiseren.

Vandaag de dag zijn veel van deze technologieën al in gebruik. We hebben slimme sensoren in huis, apps die herinneren aan medicatie en manieren om eenvoudig contact te houden met zorgverleners of familie. Het kan lastig zijn om te bedenken dat technologie die voor ons nu vanzelfsprekend is, ooit futuristisch leek. Wie had dertig jaar geleden gedacht dat we allemaal een kleine computer, onze smartphone, constant bij ons zouden dragen? Dat we ons dagelijks leven regelen via apps, dat we mobiel betalen, afspraken plannen of in een paar seconden videobellen met iemand aan de andere kant van de wereld? Wat toen onvoorstelbaar leek, is nu vanzelfsprekend. Op dezelfde manier kan zorgtechnologie die vandaag innovatief aanvoelt, in de komende jaren steeds normaler worden. Ze kan intuïtiever, toegankelijker en persoonlijker worden, waardoor meer mensen langer zelfstandig en comfortabel kunnen leven, met behoud van contact en regie over hun eigen leven.

Zorgtechnologie maakt het mogelijk om mensen langer zelfstandig en comfortabel thuis te laten wonen, wat niet alleen de levenskwaliteit verhoogt, maar ook de druk op zorginstellingen vermindert. De toekomst van de gezondheidszorg is dus onlosmakelijk verbonden met technologische vooruitgang. Denk hierbij niet alleen aan bestaande toepassingen zoals medicijndispensers of slimme sensoren, maar ook aan opkomende innovaties zoals sociale robots, digitale assistenten en autonome huishoudhulpen. Dit zijn technologieën die nu nog futuristisch lijken, maar straks misschien net zo vanzelfsprekend zijn als de smartphone. Door deze innovaties te omarmen, kunnen we een zorgsysteem creëren dat niet alleen efficiënter en kosteneffectiever is, maar ook meer cliëntgericht. De reis naar deze toekomst is al begonnen en biedt een opwindend perspectief op wat komen gaat.

De rol van data

Zorgtechnologie genereert dagelijks een enorme hoeveelheid gegevens. Deze data vormen het fundament van een zorgsysteem dat beter kan inspelen op de behoeften van cliënten. Waar de eerste generatie zorgtechnologie vooral reactief werkte (een val werd gedetecteerd, een deur die ’s nachts openstond werd geregistreerd, een alarmknop gaf een melding), ligt de volgende stap in het structureel verzamelen, ordenen en beschikbaar maken van deze informatie. Wanneer gegevens zorgvuldig worden beheerd, verandert zorgtechnologie van een losstaand alarmsysteem in een betrouwbare informatiebron die inzicht geeft in het dagelijks functioneren van cliënten.

Op dit moment wordt data in de zorg vooral nog fragmentarisch gebruikt. Sensoren registreren gebeurtenissen en systemen slaan gegevens op, maar vaak blijven deze informatiebronnen los van elkaar bestaan. Veel data worden nog niet structureel geanalyseerd of ingezet om bredere patronen zichtbaar te maken. Daardoor blijft de rol van zorgtechnologie vaak beperkt tot het signaleren van incidenten, zoals een val.

In de toekomst verschuift dit beeld. Gegevens zullen niet alleen worden vastgelegd, maar ook actief worden gebruikt om verbanden te leggen tussen gedrag, gezondheid en welzijn. Sommige systemen kunnen nu al signalen herkennen, zoals een veranderd dag-nachtritme of een afname in activiteit. Toch wordt deze informatie in de praktijk nog maar beperkt benut. Waar een systeem nu bijvoorbeeld registreert dat iemand 's nachts uit bed komt, kunnen sommige technologieën al een completer beeld schetsen van het persoonlijke leefrimte. Toch wordt dit bredere inzicht in de praktijk nog maar beperkt benut. In de toekomst ligt naast de nadruk op wat technologisch mogelijk is, ook de focus op hoe we deze inzichten structureel en proactief inzetten om veranderingen in leefpatronen tijdig te signaleren. Daarmee verandert data van een reactief hulpmiddel in een proactieve partner. Dit perspectief biedt niet alleen kansen voor betere individuele zorg, maar ook voor het optimaliseren van de gehele zorgorganisatie. Het verzamelen van data maakt zichtbaar wanneer leefpatronen veranderen en helpt om vroegtijdig afwijkingen te signaleren. Naast dit persoonlijke perspectief biedt data ook organisatorische waarde. Door gegevens op te schalen naar een wijk of instelling kunnen we beter inschatten op welke momenten de druk het grootst is en hoe personeel effectiever kan worden ingezet. Op een nog hoger niveau kunnen geanonimiseerde gegevens bijdragen aan beleid en onderzoek, bijvoorbeeld door trends in preventie en welzijn inzichtelijk te maken en daarmee de zorg duurzamer en betaalbaarder te organiseren.

De waarde van data staat of valt met de kwaliteit en toegankelijkheid ervan. Een sensor die onbetrouwbaar meet of een systeem dat onduidelijke signalen afgeeft, kan leiden tot verkeerde beslissingen of juist tot wantrouwen in technologie. Het is daarom essentieel dat gegevens correct worden geïnterpreteerd en dat de inzichten begrijpelijk en bruikbaar worden gepresenteerd, bijvoorbeeld via overzichtelijke dashboards die zorgverleners ondersteunen in plaats van extra administratieve lasten opleveren. Even belangrijk is dat cliënten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens veilig zijn en uitsluitend worden ingezet ter verbetering van hun welzijn.

Wanneer data slim wordt verzameld, gedeeld en toegepast, ontstaat de basis voor een lerend zorgsysteem. In zo’n systeem worden ervaringen niet alleen vastgelegd, maar ook gebruikt om processen stap voor stap te verbeteren. Op die manier groeit zorgtechnologie uit tot meer dan een verzameling apparaten: het wordt een ondersteunende laag die bijdraagt aan kwaliteit, efficiëntie en cliëntgerichtheid.

De rol van AI in zorgtechnologie

De kracht van zorgtechnologie ligt niet alleen in het verzamelen van data, maar vooral in wat we ermee doen. Gegevens krijgen pas echte waarde wanneer ze vertaald worden naar inzichten die handelen mogelijk maken. Hier komt AI in beeld. Waar data patronen zichtbaar maakt, kan AI deze patronen verder analyseren, voorspellingen doen en zorgverleners ondersteunen in hun besluitvorming. Op die manier vormt data de grondstof en AI het instrument dat deze grondstof omzet in betekenisvolle en toepasbare kennis. AI biedt veel mogelijkheden, van het analyseren van medische data en het signaleren van patronen tot het ondersteunen van zorgverleners bij diagnoses en behandelkeuzes. In veel gevallen gaat het niet om het vervangen van menselijke expertise, maar om het versterken ervan en het ondersteunen van een meer gepersonaliseerde en efficiënte zorgverlening. AI kan zorgverleners helpen sneller en beter geïnformeerde keuzes te maken zonder de menselijke verantwoordelijkheid over te nemen.

Dat klinkt misschien abstract, maar AI wordt in de zorg al op heel concrete manieren toegepast. Hieronder een aantal herkenbare voorbeelden uit de dagelijkse praktijk:

  • AI analyseert continu vitale functies zoals hartslag en slaapritme. Wanneer afwijkingen worden gesignaleerd, ontvangen mantelzorgers of wijkverpleegkundigen automatisch een melding. Zo kan er tijdig worden ingegrepen, nog voordat er iets misgaat.
  • AI helpt wijkverpleegkundigen om snel te zien welke cliënten op dat moment de meeste aandacht nodig hebben. Op basis van actuele gegevens, zoals meldingen over onrustige nachten, stelt het systeem prioriteiten. Hierdoor kunnen zorgmomenten slimmer worden gepland en blijft er meer tijd over voor persoonlijke aandacht.
  • Door cliëntdossiers automatisch te ordenen op zorgbehoefte, krijgen zorgverleners direct overzicht: wie heeft extra ondersteuning nodig? Welke preventieve acties zijn passend?
  • Beeld- en spraakanalyse worden ingezet om valpartijen te detecteren en signalen van eenzaamheid of afnemend welzijn op te vangen. Dit helpt om sneller passende ondersteuning te bieden.
  • Op basis van eerdere gegevens kan AI inschatten welke cliënten een verhoogd risico lopen op bijvoorbeeld vallen of ziekenhuisopname. Hierdoor kunnen preventieve maatregelen tijdig worden ingezet.
  • AI kan berichten van cliënten of notities van zorgverleners analyseren om trends te signaleren, zoals toenemende vermoeidheid of emotionele stress.

Talrijke uitdagingen in de gezondheidszorg kunnen potentieel profiteren van AI, en sommige maken AI vrijwel onmisbaar. AI kan niet alle maatschappelijke, politieke of milieukwesties oplossen, maar het kan op belangrijke manieren bijdragen aan het verbeteren van efficiëntie, kwaliteit en cliëntgerichtheid. AI-systemen kunnen bijvoorbeeld dagelijks gegevens van cliënten analyseren en vroegtijdig signalen van gezondheids- of welzijnsproblemen detecteren. Zo kan een oudere die zelfstandig woont, bijvoorbeeld geholpen worden bij het signaleren van een verhoogd valrisico, verminderde mobiliteit of sociale isolatie. Het systeem kan automatisch zorgverleners waarschuwen en interventies voorstellen, zoals huisbezoeken, aangepaste beweegprogramma’s of sociale contacten, waardoor de cliënt langer veilig en zelfstandig kan blijven wonen.

Voordelen van AI binnen de gezondheidszorg

Terwijl traditionele gezondheidszorg vaak reactief is, waarbij interventies plaatsvinden nadat symptomen zichtbaar zijn, kan AI helpen om de zorg proactief te maken. Hieronder worden verschillende voordelen van AI binnen de gezondheidszorg besproken.

  • Verbeterde toegang en continuïteit van zorg
    AI kan de toegang tot zorg verder verbeteren. In combinatie met telemonitoring en domotica kan AI vitale functies zoals hartslag, bloeddruk, bloedsuiker en slaapritme real-time analyseren. AI-algoritmes kunnen afwijkingen signaleren en automatisch een waarschuwing sturen naar de zorgverlener, waardoor cliënten direct hulp of advies krijgen zonder fysieke bezoeken. Voor kwetsbare groepen, zoals ouderen in afgelegen gebieden, maakt dit zorg beter bereikbaar en meer gelijkwaardig.

  • Gepersonaliseerde en preventieve zorg
    AI kan toekomstige zorg niet alleen sneller, maar ook persoonlijker maken. Door het combineren van data uit onder andere draagbare apparaten en leefstijlinformatie, kan AI voorspellen welke cliënten risico lopen op valincidenten, sociale isolatie, depressie of complicaties bij chronische aandoeningen. Op basis hiervan kunnen zorgverleners preventieve interventies plannen, zoals aangepaste beweegprogramma’s, sociale activiteiten of medicatie-aanpassingen. Zo wordt de zorg meer gericht op welzijn en kwaliteit van leven, niet alleen op medische behandelingen.

  • Efficiëntie en ondersteuning van zorgverleners
    AI kan administratieve taken overnemen, zoals het analyseren van notities met NLP en plannen van afspraken. Hierdoor komt er meer tijd vrij voor directe interactie met cliënten. Ook bij complexe zorgbeslissingen ondersteunt AI door behandelopties te simuleren en effecten te voorspellen. Zorgverleners kunnen op basis van AI-analyse meer geïnformeerde en context specifieke beslissingen nemen.

  • Technologische innovaties voor veiligheid en comfort
    Robotica en slimme systemen, ondersteund door AI, kunnen zorgen voor veiligheid in het dagelijks leven. Voorbeelden zijn valdetectie en virtuele zorgassistenten (spraakgestuurd). Dit draagt direct bij aan zelfstandigheid, comfort en welzijn, en vermindert de druk op mantelzorgers en zorginstellingen.

Uitdagingen om AI-gedreven zorgtechnologie effectief, veilig en zorggericht te integreren

Hoewel AI veel kansen biedt, zijn er belangrijke uitdagingen die moeten worden aangepakt om technologie effectief, veilig en zorggericht te integreren.

    • Generaliseerbaarheid van data
      AI-systemen zijn afhankelijk van de kwaliteit en representativiteit van de gegevens waarmee ze worden getraind. Als de datasets beperkt zijn of niet representatief voor de diverse populatie van cliënten, kan het model fouten maken of niet goed generaliseren, wat leidt tot ongelijke zorg of verkeerde aanbevelingen.

    • Transparantie en autonomie
      Veel AI-systemen functioneren als “black boxes”, waardoor zorgverleners en cliënten moeilijk kunnen zien hoe conclusies zijn getrokken. Dit kan leiden tot onzekerheid of terughoudendheid bij het gebruik van AI. Het is essentieel dat AI-beslissingen verklaarbaar maakt en de autonomie van cliënten bewaakt, zodat mensen altijd de uiteindelijke controle over hun zorg behouden.

    • Integratie in dagelijkse workflows
      AI moet naadloos aansluiten op de dagelijkse processen van zorgverleners. Wanneer systemen te veel signalen of waarschuwingen genereren, kan dit leiden tot “alarmmoeheid”. Technologie moet daarom ondersteunen en bestaande workflows verbeteren, zonder extra belasting te creëren.

    • Privacy en ethiek
      Het gebruik van medische data brengt uitdaging rondom privacy met zich mee. AI moet ethisch worden toegepast en de voordelen moeten toegankelijk zijn voor alle cliëntengroepen, ongeacht leeftijd, achtergrond of technologievaardigheid. De WHO heeft zes kernprincipes geformuleerd om het ethisch gebruik van AI in de gezondheidszorg te waarborgen. Deze principes kunnen richting geven aan zorgorganisaties die AI willen implementeren.

WHO-kernprincipes

Korte omschrijving

Bescherming van autonomie Mensen moeten controle houden over hun zorg en beslissingen, met duidelijke informatie over de rol van AI.
Bevordering van welzijn en veiligheid AI moet de gezondheid van mensen verbeteren en risicos'minimaliseren.
Waarborging van transparantie AI-systemen moeten uitlegbaar en begrijpelijk zijn voor gebruikers.
Inclusiviteit en rechtvaardigheid AI mag bestaande ongelijkheden niet versterken en moet toegankelijk zijn voor alle groepen in de samenleving.
Duurzaamheid Het gebruik van AI moet bijdragen aan een robuust, veerkrachtig en duurzaam zorgsysteem.

 

  • Bias
    AI kan onbedoeld vooringenomen zijn door de data waarop het is getraind. Ontwerp en implementatie moeten gelijke toegang en eerlijke zorg waarborgen.

  • Technische betrouwbaarheid
    AI-systemen die veiligheidskritische functies ondersteunen, zoals valdetectie of monitoring van vitale functies, moeten stabiel en betrouwbaar zijn. Storingen of onbetrouwbare systemen kunnen direct invloed hebben op de veiligheid en het welzijn van cliënten.

  • Acceptatie en vertrouwen
    Zorgverleners en cliënten moeten vertrouwen hebben in AI-systemen. Technologie moet transparant, betrouwbaar en nuttig zijn, en de rol van de mens moet altijd centraal blijven. Alleen dan kan AI echt bijdragen aan betere zorg en welzijn, zonder angst of terughoudendheid bij gebruikers.

Consumerization

De manier waarop mensen technologie gebruiken verandert ingrijpend en heeft directe gevolgen voor de zorg. Waar technologie vroeger vooral een instrument was in handen van professionals, is het vandaag de dag een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven. Cliënten zijn gewend geraakt aan smartphones, apps en slimme apparaten die comfort, gemak en zelfregie bieden.

Deze ontwikkeling staat bekend als de consumerization van zorg. Daarmee wordt bedoeld dat producten of technologieën die oorspronkelijk voor consumenten of andere sectoren zijn ontworpen, nu ook in de zorg worden ingezet. Een voorbeeld hiervan is een slimme speaker zoals Alexa of Google Home, die oorspronkelijk bedoeld was voor entertainment en informatievoorziening, maar nu wordt gebruikt om cliënten te ondersteunen bij dagelijkse routines, herinneringen of contact met familie. Ook wearables zoals smartwatches of fitbits, oorspronkelijk ontwikkeld voor sport en gezondheid bij de consument, worden ingezet om het welzijn van cliënten te monitoren en hun zelfstandigheid te bevorderen. Consumerization leidt ertoe dat cliënten hogere verwachtingen hebben van zorgtechnologie. Ze willen dat deze net zo gebruiksvriendelijk, intuïtief en naadloos is als de technologie die ze al dagelijks gebruiken. Voor de zorg betekent dit dat technologie niet alleen functioneel moet zijn, maar ook moet aansluiten bij de leefwereld en digitale vaardigheden van de cliënt.

Binnen deze brede trend zijn ouderen een duidelijke illustratie. De oudere van morgen [UK1] [KM2] is wezenlijk anders dan de oudere van vandaag. Waar veel huidige ouderen digitale hulpmiddelen nog lastig vinden, is de volgende generatie gewend om hun dagelijks leven digitaal te organiseren. Online boodschappen doen, maaltijdbezorging regelen, videobellen met familie of een spraakgestuurde assistent gebruiken. Voor hen zijn dit vanzelfsprekende onderdelen van het dagelijks bestaan. Dit betekent dat ook de zorgvraag verandert. Waar de oudere van vandaag vaak vertrouwt op het oordeel van de professional, zal de oudere van morgen meer eigen regie nemen. Niet langer “doctor knows best”, maar steeds vaker “Google knows best” of zelfs “GenAI knows best”. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om oog te houden voor kwetsbaarheid. Digitale vaardigheden kunnen bij het ouder worden afnemen, bijvoorbeeld bij dementie. Ook digitaal vaardige ouderen kunnen daardoor op een gegeven moment moeite krijgen met technologie.

De consumerization van zorg vraagt om een andere rol van zorg en technologie. Zorgverleners blijven onmisbaar, maar worden meer begeleiders die cliënten helpen keuzes te maken binnen een overvloed aan informatie en mogelijkheden. Ze ondersteunen niet alleen bij medische vragen, maar ook bij welzijn, dagelijkse routines en zelfmanagement. Tegelijkertijd moet zorgtechnologie zich aanpassen aan de verwachtingen van gebruikers. Technologie die helpt bij zelfstandig wonen of welzijnsbevordering moet intuïtief zijn en aansluiten bij ervaringen met consumentenproducten. Voorbeelden zijn spraakgestuurde apparaten voor herinneringen, slimme verlichting die veiligheid en comfort verhoogt, of digitale platforms die familie en mantelzorgers op afstand inzicht geven. Ook sociale verbondenheid speelt een rol. Beeldbellen kan bijvoorbeeld bijdragen aan een gevoel van gemeenschap en voorkomen van eenzaamheid.

De zorgmedewerker

Technologie verandert niet alleen het leven van cliënten, maar ook de manier waarop zorgmedewerkers hun werk uitvoeren. In de toekomst zal iedere zorgmedewerker vaardig moeten zijn in het gebruik van digitale hulpmiddelen, sensoren, apps en AI-systemen. Het beheersen van deze technologieën wordt daarmee een vanzelfsprekend onderdeel van het vak. Waar zorgprofessionals vroeger vooral werden beoordeeld op medische kennis en praktische vaardigheden, wordt het vermogen om technologie effectief in te zetten steeds belangrijker.

Zorgtechnologie ondersteunt zorgmedewerkers in hun dagelijkse werk en maakt hen efficiënter en effectiever. Een wijkverpleegkundige kan bijvoorbeeld met behulp van dashboards real-time inzicht krijgen in de status van meerdere cliënten, zoals slaappatronen. Wanneer een systeem een afwijking signaleert, zoals een verandering in slaappatroon, kan de verpleegkundige gericht contact opnemen of een interventie plannen, zonder dat het hele team handmatig gegevens hoeft te controleren. Ook bij persoonlijke begeleiding speelt technologie een rol. Spraakgestuurde assistenten kunnen herinneringen geven aan cliënten voor medicatie of dagelijkse routines, terwijl de zorgmedewerker via een app ziet welke cliënten extra ondersteuning nodig hebben. Robotica kan repetitieve taken ondersteunen, zoals het helpen bij tillen of mobiliteitsoefeningen, zodat de zorgverlener meer tijd overhoudt voor direct contact en emotionele begeleiding.

De manier van werken verandert ook organisatorisch. Zorgmedewerkers werken steeds vaker in flexibele teams, soms als zelfstandige (ZZP’er), waarbij technologie helpt bij planning, communicatie en rapportage. Het vereist nieuwe competenties: digitale vaardigheden, het kunnen interpreteren van data en het vertalen van inzichten naar concrete zorginterventies.

De zorgmedewerker van de toekomst is daarmee veelzijdig: een professional die medische en sociale expertise combineert met digitale vaardigheden, technologie als partner ziet en continu leert mee te bewegen met innovaties. Door deze combinatie kan de zorgmedewerker beter inspelen op veranderende behoeften van cliënten, zorg efficiënter organiseren en tegelijkertijd persoonlijke aandacht en menselijke betrokkenheid behouden. Technologie is dus geen vervanging van de zorgverlener, maar een partner die het mogelijk maakt om zorg echt bij de cliënt te brengen.

De toekomst van zorgtechnologie is geen verre droom maar een ontwikkeling die vandaag al in gang is gezet. De keuzes die we nu maken in innovatie, samenwerking en het centraal stellen van de mens bepalen hoe toegankelijk, persoonlijk en duurzaam de zorg van morgen zal zijn. Het vraagt om lef om te experimenteren, om kritisch te blijven op de inzet van technologie en om altijd oog te houden voor de menselijke maat. Want uiteindelijk is technologie geen doel op zich maar een middel om het leven van mensen te verbeteren. Zijn we bereid om samen te blijven leren en veranderen, zodat we de zorg menselijk en toekomstbestendig houden?



Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties

Het succes van adoptie ligt in het zorgvuldig meenemen van medewerkers en cliënten in het proces. Organisaties die slagen, besteden aandacht aan het versterken van digitale vaardigheden (‘kunnen’), het overtuigen van de meerwaarde (‘willen’) en het opbouwen van vertrouwen in technologie (‘durven’). Cruciaal daarbij is het actief betrekken van medewerkers en cliënten door hun input serieus te nemen, open te communiceren over zowel voordelen als risico’s, en hen te ondersteunen in elke fase van het traject.

Lees verder