De decentralisatie in het sociaal domein hebben een zware wissel getrokken op zowel de administratieve als verkoopcapaciteit van zorgverleners. Alleen door meer gezamenlijk op te trekken met gemeenten is terugdringen van de administratieve lasten mogelijk.
Lees verderHet landelijke programma Informatievoorziening Sociaal Domein (ISD) richt zich op het verlagen van de administratieve lasten in het sociaal domein. Wat ontbreekt is een breed offensief gericht op gemeentelijke bestuurders. Zolang die namelijk niet ingrijpen, blijft het dweilen met de kraan open.
In het kielzog van de decentralisaties zijn de administratieve lasten in het sociaal domein de pan uit gerezen. Dat komt vooral doordat gemeenten een grotere rol en beleidsvrijheid hebben gekregen in het sociaal domein en deze tevens gebruiken om eigen administratieve eisen te stellen aan zorgaanbieders.
Eigen taal
Bovendien is bij de invoering van het nieuwe stelsel landelijk verzuimd om één gemeenschappelijke taal in te voeren, waardoor (haast) elke gemeente eigen codes heeft bedacht voor de zorg die wordt ingekocht c.q. gecontracteerd.
Zo kan het dus voorkomen dat exact dezelfde zorg voor de ene gemeente op code A moet worden geboekt en voor de andere gemeente op code B. Tot slot verloopt het berichtenverkeer tussen gemeenten en zorgaanbieders nog steeds via allerlei kanalen en protocollen, waardoor een zorgaanbieder per gemeente moet uitzoeken en bijhouden wat via welk kanaal en protocol moet worden gecommuniceerd. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat diverse zorgaanbieders al zijn afgehaakt. Voor hen wegen de kosten niet meer op tegen de baten. Met alle mogelijke gevolgen van dien voor de hulpverlening in het sociaal domein.
Ongewenste situatie
Gelukkig zijn gemeenten, zorgaanbieders en ook de stelselverantwoordelijke Minister het er over eens dat dit een ongewenste situatie is en dat de administratieve lasten in het sociaal domein zo gauw mogelijk tot een minimum moeten worden teruggebracht.
Landelijk coördineren
Om dit landelijk te coördineren en te stimuleren is het landelijke programma ISD ingericht. Ook is landelijk besloten tot het zoveel mogelijk standaardiseren van het berichtenverkeer tussen gemeenten en zorgaanbieders en is een standaard ontwikkeld die al volop wordt uitgerold (het iWmo- en iJW-berichtenverkeer).
Ondertussen spant het ISD-programma zich tot het uiterste in om de enorme diversiteit die is ontstaan aan de administratieve kant van het sociaal domein, terug te brengen tot maximaal drie uitvoeringsvarianten:
1. inspanningsgericht (uurtje factuurtje op cliëntniveau);
2. outputgericht (arrangementen e.d. op cliëntniveau);
3. taakgericht (lumpsum-bekostiging e.d. op populatieniveau).
Vooralsnog moet het ISD-programma dat (proberen te) doen zonder wettelijke stok achter de deur. Niet uitgesloten is dat standaardisatie aan de administratieve kant van het sociaal domein alsnog wettelijk wordt afgedwongen.
Bestuurlijk offensief
Wat ontbreekt in dit geheel, is een breed bestuurlijk offensief, gericht op het bestuurlijke niveau in gemeenteland. En dan doel ik niet alleen op colleges en gemeenteraden, maar ook op de ambtelijke top van gemeentelijke organisaties. Al deze bestuurders kunnen enorm helpen de administratieve lasten in het sociaal domein terug te dringen. Enerzijds door zichzelf beperkingen op te leggen in het formuleren van informatiebehoeften en het stellen van administratieve eisen aan zorgaanbieders. Anderzijds door de eigen ambtelijke organisatie te verplichten om processen en de informatievoorziening in het sociaal domein (liefst samen met collega-gemeenten) zo in te richten, dat de administratieve lasten voor zorgaanbieders tot een minimum worden beperkt.
Als gemeenteraden of colleges af en toe eens de vraag stellen aan de eigen ambtelijke organisatie wat er concreet is gedaan om de administratieve lasten voor zorgaanbieders tot een minimum te beperken, helpt dit al enorm om een beweging in de gewenste richting op gang te krijgen. Als plaatselijke bestuurders dan ook nog eens af en toe in de huid kruipen van een zorgaanbieder die meerdere gemeenten c.q. regio’s moet bedienen, dan komt vanzelf het besef dat gemeenten niet vanuit hun eigen biotoop het sociaal domein moeten besturen, maar daarin vooral de samenwerking en afstemming met ketenpartners moeten zoeken.
Zolang dit besef er onvoldoende is, blijft het ook voor programma's als het ISD dweilen met de kraan open.
Terug naar het overzicht