Het aanbod van patiëntportalen wordt groter. Het aantal ziekenhuizen dat een patiëntportaal aanbiedt is sinds vorig jaar verdriedubbeld van 7,78% naar 22,61%. De informatie en functionaliteiten die er in beschikbaar zijn blijven echter beperkt.
Lees verderSkipr - Het voorschrijven van medicijnen in ziekenhuizen lijkt eenvoudig te automatiseren. De praktijk wijst anders uit. De ICT is niet het probleem, dat zijn de mensen die met de systemen moeten werken.
Een Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS) kent in de ideale situatie een instellingsbrede toepassing. Er wordt meegewerkt op de poli’s, de dagbehandeling, de afdelingen, bij de spoedeisende hulp, op de OK en op de intensive care. Vervolgens sluit zo’n EVS het liefst naadloos aan op de systemen van de stadsapotheken en de huisartsen. En biedt het een betrouwbaar vertrek- punt voor de toedieningsregistratie: in eerste instantie voor de eigen ver- pleegafdelingen, maar bijvoorbeeld ook voor in de thuissituatie toegediende medicatie.
Tien jaar ervaring heeft ons geleerd dat het invoeren van en werken met een Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS) geen sinecure is. Dat roept in eerste instantie verbazing op. Want als er één domein is waar standaardisatie regel is, dan is het wel de medicatiewereld, die immers bol staat van de codering en protocollen.
Puur technisch zijn er bovendien relatief weinig uitdagingen om een goed werkend systeem te bouwen en te koppelen aan andere systemen. De toediening van medicatie leent zich op het eerste gezicht dus bij uitstek voor automatisering. Toch gaat het vaak niet goed.
Niet beloond
De meeste problemen doen zich voor in de polikliniek. Deze problemen hebben weinig te maken met ICT en bijna alles met de menselijke factor en het ontbreken van sluitende afspraken en procedures. Een belemmering voor een goed werkend systeem is dat artsen het EVS doorgaans niet als hún systeem beschouwen. Dat is begrijpelijk, want de meeste systemen zijn niet vanuit hun behandelpraktijk ontwikkeld. Dat heeft te maken met de historie van de meeste systemen: ze hebben doorgaans hun oorsprong in de financiële en logistieke wereld. Artsen moeten zich keer op keer een weg banen door schermen die zij als onnodig ervaren. Dat maakt het werken met het systeem onlogisch en tijdrovend.
Artsen ervaren het systeem als een last: zij moeten de inspanningen doen, maar worden er niet voor beloond. Anders is dat voor de apotheker, wiens proces een stuk soepeler loopt. Dat er baten zijn op macroniveau is mooi, maar de arts ondervindt daar zelf geen direct voordeel van. Vroeger had hij een receptenboekje waarin hij alleen maar een krabbel (het recept) en een paraaf hoefde te zetten. Dat werkte voor hem veel handiger.
Digitaal briefje
Ter compensatie van de systeemgebreken claimen artsen bij de inrichting van het EVS vaak te veel vrijheid. Ze willen liever tekstvelden om de medicatie voor te schrijven in plaats van vinkjes plaatsen en werken vol- gens een vaste workflow. Het gebeurt regelmatig dat deels aan hun wensen tegemoet wordt gekomen. In plaats van een papieren briefje schrijven ze nu een digitaal briefje.
Vaak is die vrije ruimte een bron van ruis in de communicatie tussen de arts en de apotheek. Bovendien zijn veel functionaliteiten met een digitaal briefje meteen buiten wer- king gesteld, zoals de elektronische bewaking. In deze samenwerking tekent zich ook een cultuurverschil af. Artsen zijn gewend aan onzekerheden en zijn vaak genoodzaakt risico te nemen. Apothekers zijn er daarentegen juist op gericht om alle onzekerheden uit te sluiten.
Laat uw gegevens achter voor het hele artikel.
Gerelateerde publicaties
Wat kan Nederland van de digitale zorg leren van andere landen? In België draait een landelijk gezondheidsportaal waarmee iedere burger digitaal over zijn medisch dossier beschikt. In Turkije hebben 150 ziekenhuizen stage 6 van het HIMSS EMRAM-model. En de Verenigde Staten stimuleren al jaren de continue verbetering van de zorg met hun ‘meaningful use’-programma. Ontdek de vijf tips die de succeskansen van het Nederlandse zorgbeleid vergroten.
Lees verder