Gluren bij de digitale buren in de zorg


Wat kan Nederland van de digitale zorg leren van andere landen? In België draait een landelijk gezondheidsportaal waarmee iedere burger digitaal over zijn medisch dossier beschikt. In Turkije hebben 150 ziekenhuizen stage 6 van het HIMSS EMRAM-model. En de Verenigde Staten stimuleren al jaren de continue verbetering van de zorg met hun ‘meaningful use’-programma.  Ontdek de vijf tips die de succeskansen van het Nederlandse zorgbeleid vergroten.

Speerpunten zorgbeleid

Net als in andere landen worden ook in Nederland de zorgkosten, inmiddels 10,9 procent van ons bruto binnenlands product, te hoog; verandering is dus noodzakelijk. De twee speerpunten in het Nederlandse zorgbeleid zijn: de kwaliteit van de gezondheidszorg verbeteren en de patiënt de regie geven. Standaarden voor digitale registraties, gegevensuitwisseling en persoonlijke gezondheidsomgevingen (pgo) moeten helpen deze speerpunten te realiseren. De beleidsmakers laten het grotendeels aan de zorginstellingen zelf over hoe zij deze veranderingen bereiken. Voor de inzet van genoemde standaarden en middelen zijn subsidies beschikbaar. De voorwaarde bij de subsidieverstrekking is doorgaans het implementeren van genoemde standaarden en middelen. De wijze waarop de implementatie plaats vindt is eigen keuze. Biedt dit echter voldoende garantie op het behalen van de initiële speerpunten? Bijvoorbeeld voor de VIPP-subsidie is het verplicht om de BGZ items in het EPD beschikbaar te hebben, maar ze hoeven niet gevuld te worden.  

Huidige zorgprogramma's

De belangrijkste zorgprogramma’s voor het Nederlandse zorgbeleid die nu lopen zijn.

  • Hoofdlijnen akkoord(en) - De kwaliteit en doelmatigheid in de zorg verder te bevorderen en de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg op lange termijn te borgen. Door afspraken op het gebied van: zorg op de juiste plek, terugdringen van regeldruk en de aanpak van de uitdagingen op de arbeidsmarkt.
  • VIPP-programma - Uitwisseling tussen patiënt en zorgprofessional verbeteren ten behoeve van kwaliteit van zorg en meer regie bij de patiënt.
  • Registratie aan de bron - Het stimuleren van het hergebruik van data middels het principe van eenmalig eenduidig vastleggen, meervoudig gebruiken. Dit zorgt ervoor dat dubbele registraties afnemen en de kwaliteit van data-uitwisseling toeneemt omdat deze gestandaardiseerd bij de bron is vastgelegd.
  • Medmij - Gaat ervoor zorgen dat iedereen die dat wil kan beschikken over zijn gezondheidsgegevens. Zorgt ervoor dat gezondheidsdata uit verschillende bronnen op eenzelfde, maar ook veilige en vertrouwde manier geregistreerd worden.

Verandering zorgprocessen

Ondanks de hoge ambities en de beschikbare subsidies in de zorg gaat het op verschillende vlakken nog traag. Iedereen voelt wel de urgentie om zaken anders te organiseren en de zorg te verbeteren, en dit levert allerlei initiatieven op. Maar toch lijken we nog niet helemaal in staat hier een snelle duidelijke uitvoering aan te kunnen geven. Is er voldoende oog voor mechanismen die in de dagelijkse praktijk zorgen dat de veranderingen onderweg blijven hangen? Een voorbeeld hiervan is de  doelstelling van het VIPP-programma: 10 procent maakt gebruik van het patiëntportaal. Ziekenhuizen sturen vooral op de realisatie van het patiëntportaal, maar besteden weinig tijd aan integratie in de zorgprocessen zelf. Zorgverleners promoten hierdoor het gebruik van patiëntportalen door patiënten amper.   

Gluren bij de digitale buren

Als we dan buiten onze landgrenzen kijken en gluren bij de digitale buren zien we initiatieven waarbij de overheid op papier doelen opstelt (continue verbetering van de zorg). Maar ook sturing geeft aan “hoe” deze doelen behaald zouden moeten worden. 

E-health pilots in België

In 2016 zijn onze zuiderburen al gestart met een grootschalig project voor digitale zorg. Het landelijke PGO is hier een groot onderdeel in. Ook de pilot met 24 E-healthprojecten is een belangrijk onderdeel. In de proeftuin is een veilige omgeving gecreëerd waarin praktijkervaring ontstond met de inzet van medische apps binnen de reguliere gezondheidszorg. Op deze manier ontstond er een traject waarin continu verbeterd werd. Uiteindelijk zijn sommige e-health pilotprojecten stopgezet en anderen zijn inmiddels succesol in gebruik. Van beide scenario’s hebben zorgverleners, de industrie en overheid geleerd. Deze resultaten zijn uitgewerkt in regelgeving. Dit heeft vervolgens geleid tot een validatiepiramide om medische apps te beoordelen.

Turkije doet het beter in de zorg-ICT

Het Turkse ministerie van Gezondheidszorg zet stevig in op betere digitale zorg. Dit heeft er onder meer toe geleid dat 150 ziekenhuizen stage 6 hebben bereikt van het HIMSS EMRAM-model dat de volwassenheid meet van het ziekenhuis-EPD. In Europa halen slecht 31 ziekenhuizen dit niveau, in Nederland twee.

Verbetering van de kwaliteit van zorg en de efficiëntie binnen de ziekenhuizen is een belangrijke strategische doelstelling van het Turkse ministerie van Gezondheidszorg. De eerste plannen daarvoor dateren van 2013. Maar de overheid heeft er ook in de praktijk uitvoering aan gegeven. Onder andere door vast te leggen dat epd-volwassenheid gemeten moet worden middels EMRAM, en dat ten minste stage 6 gehaald moet worden.

Door deze aanpak wist elk ziekenhuis waar het aan toe was. Daarnaast heeft het ministerie een samenwerkingsverband afgesloten met HIMSS. Hierin is afgesproken dat HIMSS en de Istanbul Medipol University de Turkse ziekenhuizen ondersteunen tijdens de implementatie (bijvoorbeeld met workshops) en voorbereiden op het assessment. Door deze werkwijze zijn de ‘skills’ van Turkse ziekenhuismedewerkers verbeterd.

Amerika doet aan meaningful use

De Verenigde Staten stimuleren al jaren de continue verbetering van de zorg met hun ‘meaningful use’-programma. Zij heeft haar strategie ‘de gezondheidszorg verbeteren door grootschalige ICT-investeringen’ omgezet in concrete en meetbare doelen. Meaningful use is een onderdeel van een stimuleringsprogramma van de Amerikaanse overheid om zinvol gebruik van EPD’s te bevorderen. De gebruikte EPD’s moeten gecertificeerd zijn en daadwerkelijk “meaningful” zijn, oftewel dat ze toevoegen aan verbetering van de zorg. Uit overheidsgelden gefinancierde ziekenhuizen kunnen aanspraak maken op de subsidies. Een case waar subsidie voor aangevraagd kan worden is het implementeren van gecertificeerde applicaties om gegevens voor ‘cancer reporting’ te verzamelen zodat deze verstuurd kunnen worden naar de landelijke database1. Verschillende overheidsinstellingen organiseren informatiesessies die de ziekenhuizen voorzien van ondersteuning, bij de implementatie. Op deze manier bouwen ziekenhuismedewerkers zelf skills op voor implementatie.

Wat kan Nederland hiervan leren?

Welke zaken vallen op in de ervaringen van deze drie landen? En kan Nederland dit vertalen naar haar eigen situatie en lessen uit distilleren? Hieraan besteden internationale conferenties uiteraard regelmatig aandacht. Op deze conferenties presenteert men meestal een mooie terugblik op de bereikte resultaten, maar minder aandacht voor het ‘hoe’ van de implementatie. De volgende vijf tips vergroten de succeskansen van het Nederlandse zorgbeleid.

  • Breng een vliegwiel van continu verbeteren op gang, en staar minder blind op de eindstreep van lopende programma’s.
  • Maak vooraf gecommitteerde afspraken over de te bereiken resultaten en voorkom zo teveel vrijblijvendheid.
  • Ondersteun het verbeteren van skills van betrokken zorgmedewerkers.
  • Beoordeel marktsoftware op afgesproken standaarden om snellere implementatie te borgen.
  • Hanteer de ‘Carrot & stick’ benadering. Bijvoorbeeld door resultaatbeoordeling op basis van criteria en subsidies voor implementatie.


1 https://www.naaccr.org/meaningful-use/#GuidanceDocuments




Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties