Het anders organiseren van patiëntmonitoring is voor veel ziekenhuizen een wens vanwege de groeiende krapte op de arbeidsmarkt en om “juiste zorg op de juiste plek” mogelijk te maken. Er starten diverse experimenten om patiënten continu en op afstand te monitoren. Het doel is de patiënt meer rust te geven en de zorgverlener meer flexibiliteit. Helaas zien we in de praktijk vaak dat deze digitale oplossingen bij kleinschalige experimenten blijven die lastig zijn op te schalen. Vijf tips om patiëntmonitoring in het ziekenhuis verder te brengen.
Lees verderHoewel de massale adoptie van robots nog op zich laat wachten en de technologie nog grote stappen moet maken, is het interessant om alvast naar de toekomst te kijken. Wat doe je bijvoorbeeld met het beheer als je opschaalt naar 500 robots?
We zitten midden in de robothype en waarschijnlijk zullen we voorlopig nog vooral benadrukken wat robots niet kunnen. Lees bijvoorbeeld het artikel in NRC wetenschap van afgelopen weekend over robots die nog ‘te dom, te duur en te onhandig’ zijn. En hoewel de massale adoptie dus nog op zich laat wachten en de technologie nog grote stappen moet maken, is het interessant om alvast verder te kijken. Hoe zit het bijvoorbeeld met het beheer als je straks opschaalt naar 500 robots?
Beheer
In het artikel van vorige week trachtte ik wat overzicht te scheppen in de hausse van robottoepassingen die op ons afkomt via de media. Want na spannende innovatieve projecten, zoals die met robots als Paro en Zora, wordt het op een andere manier spannend: alle spullen moeten ook beheerd worden, denk aan onderhoud, reparatie, schoonmaak en ga zo maar door. Hoe zit dat eigenlijk bij een complex systeem als een robot?
Robotkennis
Op dit moment worden de genoemde robots vooral nog in proefsituaties en in kleine aantallen ingezet. De vraag is waar zorgorganisaties tegenaan lopen als de aantallen groter worden. Wat komt er straks op je af als je 500 robots inzet? Momenteel zijn er nog weinig standaarden in de systemen van robots. De Nao kent zijn eigen Operating System en ook Microsoft heeft al zo’n systeem ontwikkeld. Universiteiten als Stanford en TU Eindhoven (TU/e) werken aan open source software. De communicatie met robots en robots onderling is nog nauwelijks gestandaardiseerd. De communicatieprotocollen zijn ‘proprietary’, ofwel in handen van één leverancier, zoals ‘Object Recognition Engine‘ van Google om huishoudelijke objecten te herkennen. Bij dit soort technologie bestaat de kans sterk afhankelijk te worden van de leverancier, ook wel vendor lock-in genoemd. Een uitzondering op genoemde ‘proprietary’-oplossingen is het initiatief ‘Roboearth’ van de TU/e. Roboearth zorgt voor een centrale database, waar elke robot uit kan putten en nieuwe informatie aan toe kan voegen, zodat ze hun ‘ervaringen’ kunnen delen. Hiervoor gebruikt men de term ‘cloud robotics’. Het biedt de mogelijkheid om de leercurve te verkleinen doordat het eerder vergaarde ‘robotkennis’ gebruikt en bij eventuele implementatie een kortere doorlooptijd kent. Om deze kennis te ontsluiten in een organisatie dient er wel een gedegen infrastructuur te zijn die de data beschikbaar maakt en bijhoudt. Daarnaast dienen de robots continu gemonitord te worden op gemaakte fouten of systeemstatus.
Het volgende niveau: professionaliseren
Na de introductiefase ontstaat er meer behoefte om de omgang met robots te rationaliseren en op te schalen. Daarbij trekken we lering uit de ontwikkelingen in de ict van de afgelopen jaren: Ook daar zien we dat de aandacht voor standaardisatie, platformkeuzes, het voorkomen van vendor lock-in, onderhoud, beheer, gebruiksvriendelijkheid en total cost of ownerschip pas later kwam. Bij de volgende stap in zorgrobotica is het zodoende goed breder te kijken. Zeker als we bedenken dat het gebruik van robots multidisciplinair is en controversiële reacties kan oproepen. Dit begint al bij de aanschaf van de robots. Er zijn meerdere aandachtspunten die wellicht niet direct voor de hand liggen, maar niet vergeten mogen worden in de keus voor een robot, zoals het hygiënische aspect en de acceptatie van een robot. Zodra deze op een (deel van) een mens moet gaan lijken (denk aan robot-prothese of een volledig mensachtige robot), kan deze al gauw als kil en niet-menselijk of zelfs eng worden ervaren.
Aandachtspunten om rekening mee te houden
Zorg ervoor dat de robot goed geschikt is om de opgegeven toepassing(en) uit te voeren inclusief de benodigde onderdelen daarbij, bijvoorbeeld spraak- en emotieherkenning, spraaksynthese en tilvermogen.
Zoals in het vorige artikel toegelicht is ook de acceptatie van het uiterlijk en gedrag van de robot essentieel. En voor zorgorganisaties is het ook belangrijk te weten hoe eenvoudig de robot schoon te maken, te ontsmetten en te onderhouden is.
Omdat robots een grote component ict bevatten, passen we lessen uit de ict-industrie toe en vragen we naar de opzet en kwaliteit van de software, bijvoorbeeld openheid, interfacing, gebruiksvriendelijkheid en schaalbaarheid. Ook de kwaliteit en performance van de gebruikte hardware speelt een rol. Denk daarbij aan: rekenkracht, gebruikte sensoren, camera’s, beeldschermen, microfoon/luidspreker en batterij. Let ook op de meer robotspecifieke en langetermijnaspecten, zoals de kwaliteit en performance van de mechanische onderdelen en navigatie- en bewegingsmogelijkheden.
In de communicatie en interactie met de robot (mens-robot, robot-robot) is het belangrijk te letten op de herkenning mensen, de herkenning en het kunnen volgen van het gezicht, de wijze waarop data ontsloten wordt van en naar de robot en in hoeverre de robot zich aanpast aan de stemming en emoties van een cliënt. Vooral bij de opschaling en toenemende investeringen wordt het belangrijker of de robot op grote schaal inzetbaar en beheersbaar is, wat zijn levensduur is en welke update/upgrade-mogelijkheden er zijn.
Voorkomen vendor lock-in
Maar naast de eigenschappen en geschiktheid van de robot zelf is natuurlijk het bedrijf achter de robot minstens zo belangrijk; hoe opereert dit bedrijf in de markt en wat is zijn strategie en continuïteit? Welk businessmodel hanteert men. Verdient men vooral aan de verkoop of ook aan onderhoudscontracten en reparaties? En wat zijn de kosten en frequentie van dit onderhoud? Door wie wordt dit uitgevoerd en hoeverre kunnen klanten zelf hierin regie nemen?
Net als bij ICT moet een vendor lock-in zo veel mogelijk voorkomen worden, hoewel dit met de inzet van grote spelers als Microsoft en Google niet gemakkelijk zal zijn; zij zijn ook op dit front weer verwikkeld in een strijd om de dominantie en het gebruik van hun technologieplatformen.
Terug naar het overzicht
Maak kennis met
Gerelateerde publicaties
Innovatie moet leiden tot kwalitatief betere zorg tegen lagere kosten, door optimale inzet van ICT. Jaarlijks voeren wij met bestuurders uit de zorg een aantal rondetafelgesprekken rond dit thema. Deze vormen een belangrijk inspiratiebron ook voor deze editie van ‘Innoveren met ICT blijft noodzaak’
Lees verder