De bomen in het robot-bos


Robots zijn geen noviteit. Fabrieken staan al geruime tijd vol met robots en hebben hier al veel taken van de mens overgenomen. In de zorg worden robots ook steeds normaler. We kunnen bijna spreken wildgroei.

Social media, zoals Linkedin en Twitter staan bol van de aankondigingen van nieuwe robots en televisieprogramma’s zoals ‘Dit is de dag’ besteden er aandacht aan. Zelfs Minister Asscher mengde zich recent in de discussie. Toch zijn robots geen noviteit, fabrieken staan al geruime tijd vol met robots en hebben hier al veel taken van de mens overgenomen. Er zijn ook steeds meer robots die zich tussen de mensen mengen en ook thuis te gebruiken zijn. Robotica die onderdeel vormt van het dagelijks leven, noemt het Rathenau instituut ‘nieuwe robotica‘.  Een bijzondere groep zijn de robots die ingezet worden in de zorg. Over zorgrobots is de laatste tijd veel te doen en dat is begrijpelijk:

Net als computers kennen we robots al snel menselijke eigenschappen toe. Dit is onder andere te zien in de documentaire van ‘Dit is de dag’ waarin de robot vooral ingezet wordt voor sociale interactie. Een belangrijk verschil tussen een robot en een computer is dat een robot fysieke taken uit kan voeren, zoals bijvoorbeeld het bewegen van armen of benen. Hiernaast worden de interne computers van robots aangepast op eigenschappen na te bootsen die te maken hebben met de menselijke interactie; denk aan het tonen en herkennen van emoties, spraakherkenning, Artificial Intelligence (AI), reageren op de omgeving en fysieke bewegingen die op mensen of dieren lijken. Ook het uiterlijk en materiaal van de robot maakt verschil, zoals te zien bij onderstaande afbeeldingen. In een onderzoek met het robothondje AIBO van Sony, bleek dat dementerende patiënten een ‘standaard’ AIBO als een robot herkenden, maar zodra de AIBO bekleed was, dan zagen ze de AIBO als hond of als baby.

Dat mensen geneigd zijn een computer met enige fysieke kenmerken al een robot te noemen, zien we aan video-communicatierobots zoals de Beampro of de Giraff. Dit zijn feitelijk rijdende schermen waarmee men de robot op afstand naar een te spreken persoon toe laat rijden en een videoverbinding opzet. De toepassing van ‘telepresence’ zal hiermee in gebruik zeker gaan toenemen.

Robots in alle soorten en maten

De belofte is dat domotica en robots een grote bijdrage leveren aan de zorg. Maar hoe dan? En moeten dat dan robots zijn die ouderen minder eenzaam maken? Dit laatste is immers, ondanks diverse succesverhalen, voer voor veel discussie. Elke week zien we wel een publicatie over zorgrobots, maar de ene keer is dat een operatierobot, dan een tilrobot en dan weer een robot die staat te dansen om ouderen aan het lachen te maken. Het aantal soorten en maten robots voor de zorg is dan ook inmiddels enorm: Paro, ZORA, Robocat, Amigo, Probo, Pleo, Vleo, Nao, Kompai, Pepper, Kuka, Riba, Da Vinci, Kaspar, Eva… Zien we de bomen nog in dat bos van robotverhalen? Tijd om de robots in te delen in categorieën.

Overzicht scheppen

De verwarring wordt een stuk minder als er onderscheid wordt gemaakt in autonoom opererende robots en niet-autonoom werkende typen. Zo verwart ‘Dit is de dag’ de kijker door niet duidelijk uit te leggen dat de robot “ZORA” van afstand wordt bestuurd en teksten wordt ingegeven en dus niet volledig autonoom functioneert. Een voorbeeld van een autonoom functionerende robot is een stofzuigrobot; deze heeft geen menselijke aansturing nodig om te werken. Voor afstand bestuurde robots wordt ook wel de term ‘Wizard of Oz’, semi-autonoom of co-robotica gebruikt. De term ‘immersive’ wordt gebruikt bij besturing met behulp van Virtual Reality, zoals een Oculus Rift.

Laten we nog enkele robots indelen in autonoom en niet-autonoom, met de volgende definities:

  • Co-robotica, robots die gebruikt worden als extensie van de menselijke capaciteiten en aanwezigheid. Denk aan op afstand bestuurbare robots.
  • Autonome robots, die meestal één specifieke taak volledig zelfstandig uit kunnen voeren, bijvoorbeeld een stofzuigrobot.
  • De ‘cure’ robots helpen in het genezingsproces en de ‘care’ robots in de verzorging van de cliënt.

Naast bovenstaande categorisering kan er ook onderscheid worden gemaakt in de rol van de robot binnen het zorgtraject. De verschillende rollen waaraan gedacht kan worden zijn de robot als gezelschap, de robot als toezichthouder, de robot als verzorger en de robot als behandelaar. Met deze categorisering introduceren we echter meer complexiteit: robots kunnen net als hierboven in meerdere categorieën vallen. Zo is de ZORA gebaseerd op de Nao van Aldebaran, de Nao is een robot die een Operating systeem (NAOqi) met voorgeprogrammeerde functies bevat, maar ook handmatig en via VR aan te sturen is. Genoeg reden dus om nog wat verder te kijken naar een betere categorisering en deze is gebaseerd op die van de TU Eindhoven (TU/e):
Robots voor sociale interactie (de 4e categorie) worden overigens door Jorge Alboonder ‘therapeutische’ robots geclassificeerd. Zo zien we de Kaspar, Probo, ingezet worden voor therapie met respectievelijk autistische kinderen en Paro en Robocat voor de activering van dementerende ouderen.

Maar hoe voorkomen we dat we straks voor elke toepassing een andere robot, van een andere leverancier met een eigen systeem en interactie krijgen? Hoe houden we de regie op een hausse van robots in alle soorten en maten? Ik ben benieuwd naar uw mening.

Vervolg op dit artikel? Lees verder over robotica en de vendor lock in



Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties

Innovatie moet leiden tot kwalitatief betere zorg tegen lagere kosten, door optimale inzet van ICT. Jaarlijks voeren wij met bestuurders uit de zorg een aantal rondetafelgesprekken rond dit thema. Deze vormen een belangrijk inspiratiebron ook voor deze editie van ‘Innoveren met ICT blijft noodzaak’

Lees verder