Eind 2021 beschreven we de snel gaande PGO-ontwikkelingen in de PGO-update. Hoog tijd voor een nieuwe update. Afgelopen jaar hebben wij weer diverse zorginstellingen mogen ondersteunen met het halen van hun VIPP-doelstellingen, waaronder module 1 van VIPP5. De instelling kan met module 1 digitaal gegevens beschikbaar stellen aan de PGO van de patiënt conform het MedMij Afsprakenstelsel. Wij delen graag de laatste ontwikkelingen, geleerde lessen en adviezen op het gebied van regionale samenwerking, het PGO en VIPP5.
Waarom toch dat PGO?
Het PGO kent de nodige mogelijkheden en uitdagingen. Het PGO is bedoeld om te voorkomen dat de patiënt door de portalen het bos niet meer ziet. Althans dat is de theorie. Want voor welke doelgroep is dit dan zo? Niet voor de persoon die een keer zijn been heeft gebroken of de persoon met een allergie. Zij hebben een korte interactie met de zorg en gaan vooral weer verder met de dagelijkse gang van zaken. Krijg je te maken met co-morbiditeit of een chronische aandoening dan kan frequent contact met zorg wel het geval zijn. Dit is bij lange na niet de gehele Nederlandse populatie. Toch is de gedachte van het PGO dat het voor alle Nederlanders iets oplevert. Dus hoe werkt dat dan precies?
Een PGO is meer dan een medische tool
De gedachte is dat een PGO de burger in de volledige levensloop kan ondersteunen. Dit wordt vaak samengevat in drie componenten.
- E-health, zelfmetingen, preventie en zelfdiagnostiek
Hier bedoelen we dat de burger zelf door middel van het koppelen van apps of devices, de eigen gezondheid monitort, bij afwijkingen zelf in staat is dit te signaleren en indien nodig medische hulp in te roepen. Het gaat hierbij dus vooral over het gebruiken van de functionaliteiten die een PGO zelf biedt. - Communicatie en social network
Hiermee wordt bedoelt dat de burger een eigen sociaal netwerk kan creëren rondom het dossier. Dit kan bestaan uit zorgverleners uit verschillende sectoren (denk medisch specialist en fysiotherapeut eerste lijn) of uit hun informele netwerk (mantelzorgers, kinderen, sociaal maatschappelijk werker). Dit netwerk kan met en over de burger praten in het PGO en is zichtbaar voor iedereen. Ook in niet-zorgfases van het leven. - Ontsluiten van medische informatie
De derde component is het toevoegen van medische informatie aan het PGO om een compleet beeld te krijgen van de zorgcontext van de burger.
De focus lag vanuit de overheid de afgelopen jaren met name op het ontsluiten van medische informatie. Deze focus zorgt wel voor een catch-22. De betaler bepaalt namelijk de richting van de markt. Aangezien de focus van de betaler (vooralsnog de overheid) op het ontsluiten van medische informatie ligt, zetten de PGO-leveranciers hier hun voornaamste ontwikkelcapaciteit op. De andere componenten raken steeds meer op de achtergrond. Door de focus op één onderdeel blijven PGO’s achter op concurrenten. Er zijn bijvoorbeeld al diverse gezondheidsapps beschikbaar die door veel burgers gebruikt worden. Pas als gezondheidsmonitorings functies en het bundelen en ontsluiten van medische informatie gecombineerd worden zijn PGO's echt van meerwaarde.
Wat hebben wij het afgelopen jaar geleerd in onze opdrachten?
PGO versus Portaal
Sommige ziekenhuizen ondervinden vertraging bij het delen van gegevens in het portaal. Binnen een PGO bestaat die vertraging niet. Je beschikt als patiënt dus direct over de meest recente informatie. Bij vertraging kan er dus een aantal uur of dagen tussen het moment van registratie en het zichtbaar worden in het portaal zitten. Heb je dus als ziekenhuis vertraging op je portaal, dan kan er een verschil zijn voor de patiënt in wat er zichtbaar is in het portaal en wat er zichtbaar is in het PGO.
In een portaal kies je zelf welke onderdelen je ontsluit. In een PGO is het vooraf gedefinieerd. Ziekenhuizen waar wij komen is niet altijd dezelfde informatie in beide applicaties beschikbaar. Geen ramp, maar het moet ook uitgelegd worden aan de collega’s op de werkvloer en/of de patiënten.
Advies: check welke informatie er ontsloten wordt en welke verschillen er zijn. Gelijktrekken is vanuit communicatie oogpunt het meest eenvoudig.
FAQ 2.0
Een grote angst bij het delen van informatie is dat er vragen over komen. We weten niet op welk moment de patiënt naar de gegevens kijkt en of wij de vraag moeten of kunnen beantwoorden. Dit was bij het implementeren van portalen vaak al een discussiepunt. Bij een PGO komen hier nog twee dimensies bij.
- Informatie van anderen
Het kan zijn dat een patiënt kijkt naar een combinatie van informatie van verschillende zorgverleners en eigen toegevoegde informatie. Naar wie gaat de patiënt indien die een vraag heeft? Er zijn op dit moment meer dan tien PGO’s. Als organisatie kan je deze onmogelijk allemaal kennen. En soms weten we niet eens weten welke gegevens wel of niet zichtbaar zijn. Hoe kun je dan de vragen beantwoorden? - Technisch – Proces – Patiënt
Hoe weet je waar het mis gaat? Als een patiënt aangeeft informatie te missen of de informatie in het Engels ziet (dit gebeurt met testen nog erg veel), is dat dan een technisch probleem? Van het EPD of de PGO? Weet de patiënt niet precies wat er zou moeten staan en klopt het gewoon? Of heeft iemand op de verkeerde plek geregistreerd in het dossier waardoor het niet zichtbaar is geworden? Allemaal mogelijke redenen bij deze vraag. Maar wie gaat of kan dit uitzoeken?
In theorie is dit niet de taak van de zorgverleners. Bij de PGO-leveranciers en landelijk worden er helpdesks opgezet om vragen rondom het PGO op te vangen. Zorgorganisaties weten ook niet altijd wat de patiënt precies bedoelt. Om die reden is het verstandig vragen zoveel mogelijk bij de PGO’s te houden. Dit betekent niet dat je er als zorgorganisatie niet over moet nadenken. Zorgorganisaties moeten uiteindelijk actief over een PGO communiceren. Dit is een vereiste binnen subsidieregeling VIPP5.
Advies: richt een FAQ voor patiënten in. En vergeet ook niet om een interne FAQ te maken voor collega’s, waar antwoorden staan op vragen die de professional kan hebben.
Een PGO is breder dan de organisatie
Ondanks dat de PGO-subsidies op dit moment sectoraal zijn, is het verstandig om bij een PGO-implementatie breder te denken dan alleen je eigen organisatie. Stel je communiceert dat je kiest voor een specifiek PGO omdat die x, y, z kan. De huisarts op de hoek doet exact hetzelfde, maar dan met een ander PGO. Of je werkt in een gebied met een hoge concentratie aan ziekenhuizen en één organisatie gaat maanden voor de andere organisaties actief communiceren. Hoe gaat dit bij de andere ziekenhuizen vallen en wat gaat dit betekenen? Moet je dan alles samen doen? Nee maar het is wel goed om met elkaar op reguliere basis af te stemmen. Via regionale samenwerkingsverbanden kan zo’n samenwerking worden opgezet.
Advies: stem met elkaar via regionale samenwerkingsverbanden op reguliere basis af welke belangrijke mijlpalen er zijn en zorg dat je hier samen op voorbereid bent.
PGO en portaal
In een PGO kan de patiënt alle informatie uit verschillende portalen bundelen en zo één overzicht creëren. Dit geeft de patiënt meer regie over de eigen zorggegevens. Ook kan de patiënt een rol spelen in de overdracht van de informatie, door gegevens vanuit het PGO door te geven aan een andere zorgverlener. Hierbij komt dat het zogenaamde “informed consent” impliciet is. Dit draagt bij aan een vloeiende overdracht van zorg. In een patiëntportaal kan een patiënt ook zorginformatie verzamelen. Maar in het patiëntportaal staat alleen de informatie van de betreffende zorginstelling. Het lastige aan deze twee systemen is dat deze vaak verschillen in informatie tonen. Zo kan de huisarts een ander medicatie-overzicht hebben dan het ziekenhuis en komen diagnoses ook niet altijd overeen. Voor patiënten kan dit verwarrend zijn en leiden tot ongewenste telefoontjes om die gegevens te controleren of bij te werken.
Meer weten?
Wil je meer weten over welke lessen wij in de afgelopen jaren hebben geleerd op het gebied van regionale samenwerking, het PGO en VIPP-doelstellingen? Neem dan contact op met één van onze collega’s.
Terug naar het overzicht