Thuis als het kan, in het ziekenhuis als het moet


Jan Houben in gesprek met...
Jan Gerard Maring, programmadirecteur Isala Connected Care Center, over #juistezorgopdejuisteplek.

Isala maakt omslag naar ziekenhuiszorg thuis

Liefst 75% van de mensen die ziekenhuiszorg krijgt, verblijft het liefst in de eigen, vertrouwde omgeving. Isala in Zwolle, een van de grootste topklinische ziekenhuizen van Nederland, wil daarom toe naar meer ziekenhuiszorg thuis. De naam van dit project: connected care. De ambitie is dat in 2022 in totaal 10% van de ziekenhuiszorg thuis wordt gegeven. Maar hoe dan? Daarover spraken we Jan Gerard Maring, programmadirecteur van het Isala Connected Care Center (CCC).

“Onze droom? Dat we binnen twee jaar een virtueel ziekenhuis hebben waarbij we de patiënten die thuis verblijven, monitoren. Dit doen we door het inzetten van eHealth-oplossingen zoals online consult en controlegesprekken, telemonitoring, point of care toepassingen (meetapparatuur die via het internet is verbonden met het ziekenhuis) en digitale coaches, in combinatie met huisbezoeken door een gespecialiseerde verpleegkundige. Ofwel: thuis als het kan, in het ziekenhuis als het moet. Daarmee vervullen we een grote wens van patiënten om zo weinig mogelijk naar het ziekenhuis te moeten komen. Ook als er ziekenhuiszorg nodig is, want juist dan wil je graag je dierbaren en je mantelzorger om je heen. Dát is het lonkend perspectief en daar moeten we het primair voor doen.” Daarachter ligt uiteraard het besef dat de manier waarop de zorg nu is georganiseerd niet houdbaar is op de lange termijn. Dit gezien de demografische ontwikkelingen en de groeiende behoefte aan ziekenhuiszorg. Jan Gerard: “Als iedereen naar stenen gebouwen blijft komen, dan krijgen we uiteindelijk bekostigingsproblemen. Ik hoorde dat, als we zo doorgaan, in 2040 liefst een op de vier werkenden iets moet doen in de zorg. Bovendien moeten we dan een substantieel deel van ons inkomen reserveren voor de zorgverzekering. Dat wil natuurlijk niemand.”

Hogere medewerkerstevredenheid

Uiteindelijk draagt ziekenhuiszorg thuis volgens Jan Gerard dus niet alleen bij aan betere patiëntervaringen en betere zorg, maar ook aan kostenreductie en een hogere medewerkerstevredenheid. “Want het voelt niet goed om een patiënt vrij te laten nemen van het werk en deritg kilometer te laten rijden voor een controle die twee minuten duurt en net zo goed had kunnen plaatsvinden via beeldbellen. In deze tijd van eHealth-mogelijkheden is zo’n eenvoudige controleafspraak eigenlijk not done.”

Mooie kans

Jan Gerard is van huis uit ziekenhuisapotheker. Hij werkte onder meer in het Diaconessen Ziekenhuis in Meppel. Na de fusie, per 1 januari 2017, met Isala ging hij in Zwolle aan de slag. Als apotheker heeft hij onder meer ICT als aandachtsgebied. Zo hield hij zich bezig met de implementatie van het innovatieve zorginformatiedossier en elektronisch patiëntendossier HiX. Dit is sinds eind 2018 live.

“Onze droom? Dat we binnen twee jaar een virtueel ziekenhuis hebben waarbij we de patiënten die thuis verblijven, monitoren.”

Per 1 januari 2019 is Jan Gerard directeur van het Connected Care Center. Hij werkt nu nog voor 50% als apotheker. “De vraag sprak me enorm aan, want ik vond dat we veel meer moesten doen rond medicatie thuis. Zo hebben we sinds begin 2017 Oncologie Thuis. Aanvankelijk alleen de makkelijkere toedieningen per injectie, inmiddels doen we ook steeds meer complexe infusietherapieën. Ik zie Connected Care als een mooie kans om de ziekenhuiszorg thuis breder op poten te zetten. In september hadden we bij Isala een connected care hackathon. De uitdaging was om voor zes patiëntenpaden uit te zoeken hoe we de zorg naar thuis kunnen brengen. Hierbij waren ook patiënten aanwezig. Een voormalig hoofd van deintensive care vertelde over de periode dat zij borstkanker had. En hoe vervelend zij het vond dat ze na haar operatie elke twee weken naar het ziekenhuis moest voor een gesprek. Bovendien viel het haar op dat medewerkers er al direct vanuit gingen dat ze zou kiezen voor chemo, terwijl ze daar rustig over wilde nadenken.” 

Online begeleidingsprogramma’s

Sinds augustus 2019 werkt Isala samen met Sananet, bouwer van e-coaches. Jan Gerard: “Patiënten houden met een SanaCoach-app dagboekjes bij, ze registreren ziektelast en kunnen op afstand contact zoeken met een zorgverlener van het ziekenhuis. Er zijn eCoaches voor hartfalen, COPD, astma en slaapapneu. Deze begeleidings-programma’s geven real-time inzicht in het verloop van de gezondheid van een patiënt. Inmiddels zijn we ook begonnen met de ontwikkeling van nieuwe eCoaches. De samenwerking voelt goed; ze is een belangrijk onderdeel van onze integrale Connected Care strategie.” 

Online consulting als drempel

Grootste drempel is momenteel de invoering van online videoconsulting. “Ik roep al vanaf het begin dat beeldbellen dé manier is om ziekenhuiszorg thuis te kunnen bieden. Maar we stuiten op allerlei beperkingen in de technische infrastructuur. Het draait nog steeds niet stabiel. Je kunt een patiënt niet vragen om thuis ingewikkelde software te installeren om met ons te connecten. Het moet simpel. We hebben nu juni 2020 als streefdatum waarop het moet draaien. Dan zijn we er nog niet, want we moeten ook een trainingsprogramma opzetten voor medewerkers.” 

Betekenis voor de hele regio

Belangrijk is dat connected care betekenis krijgt voor de hele regio en niet alleen voor het ziekenhuis. “De totale regionale IT-infrastructuur moet verbinden met zorgverleners in de regio, zoals huisartsen, GGZ en thuiszorg. Immers, we moeten het samen doen. Daar komt bij dat we voor sommige aandoeningen landelijk expertisecentrum zijn. Zo zijn we hét behandelcentrum voor osteogenesis imperfecta. We zien patiënten uit heel Nederland. De behandelaars willen dolgraag beeldbellen.” 

“Ik roep al vanaf het begin dat beeldbellen dé manier is om ziekenhuiszorg thuis te kunnen bieden.”

Van push- naar pull-organisatie

De ambitie van het Isala Connected Care Center is dat in 2022 10% van het zorgvolume thuis plaatsvindt tegen tenminste 1% lagere kosten. “Met Zilveren Kruis is afgesproken dat het opplussen van onze begroting tot begin 2022 in stapjes teruggaat naar nul. Bovendien moeten we de demografische groei verslaan, want er komen steeds meer mensen naar het ziekenhuis, maar we krijgen er vanaf 2022 geen geld meer bij. Hoe doen we dat? Door fundamenteel anders te organiseren. We moeten van een push- naar een pull-organisatie. In onze huidige push-organisatie ondergaat de patiënt een ingreep en komt standaard terug voor een controleafspraak. We willen naar een pull-organisatie waarbij we op basis van de ziektelast en de rapportages van de patiënt bepalen of er een terugkomafspraak nodig is. Dat is een ingrijpend veranderingsproces, want onze poli’s zijn daar nog niet op ingericht. Straks hebben we veel patiënten die thuis verblijven. En gaat er iets niet goed, dan moeten we snel acteren. Capaciteitsmanagement wordt dus nog belangrijker.”

"Coronacrisis versnelt de digitale verandering enorm”

“Ons ziekenhuis heeft normaliter 30.000 polibezoeken per maand. Dat is in de coronatijd teruggegaan naar 12.000. Inmiddels vindt 64% van de consulten telefonisch plaats. Sinds kort is beeldbellen met BeterDichtbij operationeel. We verwachten daarmee richting enkele duizenden beeldcontacten per maand te gaan, met Microsoft Teams geïntegreerd in HiX. Hierbij gaat de patiënt uit de virtuele wachtkamer naar de spreekkamer, waar de beeldverbinding opstart. Deze werkwijze blijft ook na de coronacrisis de norm: telefonisch als dat kan, beeldbellen als er beeld nodig is en een fysiek consult als we de patiënt beslist moeten zien. 

Een andere ontwikkeling, aangezwengeld door de coronacrisis, is de chemotherapiecoach die we samen met Sananet versneld ontwikkelden. Hiermee houden patiënten tussen de behandelingen thuis bij hoe het gaat. Bijwerkingen rapporteren ze, in combinatie met de COVID-19-verschijnselenrapportage. Inmiddels hebben we ook de prostaatcoach. Via BeterDichtbij hielpen we mensen bij het instellen van de app. Dergelijke coaches biedt de patiënt een gevoel van veiligheid en rust, want ze weten dat er goed voor hen wordt gezorgd. Dat horen we terug van patiënten.

Dit is de verandering in de ziekenhuiszorg waar we al jaren van wisten hoe het moest en die we nu versneld implementeren”, aldus Jan Gerard. “Daarbij waken we voor een organisatorische terugval. Hiervoor is een dagelijks bestuur opgericht voor het Connected Care Center. Bovendien is er een werkgroep ‘Terug naar de toekomst’ die gaat bepalen wat de nieuwe manier van werken wordt op de poliklinieken. De poliklinieken krijgen dus niet de kans om terug te gaan naar het oude werken. Door de nieuwe ontwikkelingen gaan we de ambitie van het Connected Care Center dat in 2022 in totaal 10% van de ziekenhuiszorg thuis wordt gegeven, makkelijk halen. We hebben die ambitie inmiddels specifieker gemaakt. Op basis van wat ziekenhuis Tergooi doet, hebben we bepaald dat het gaat om het percentage van het aantal patiëntcontacten. Dat is namelijk vrij goed te monitoren.”

 #juistezorgopdejuisteplek



Terug naar het overzicht

Gerelateerde publicaties

De ontwikkelingen rondom PGO’s gaan snel. Dit maakt het een uitdaging om de PGO-vergelijker up-to-date te houden en u te voorzien van correcte en volledige informatie. Wij hebben gekozen de PGO-vergelijker offline te halen. Wel blijven we onze kennis delen rondom dit thema.

Lees verder

De afgelopen jaren zijn er diverse VIPP-programma’s geïntroduceerd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met als doel de digitale informatie-uitwisseling met de patiënt en tussen instellingen onderling te versnellen. Het aantal VIPP-programma’s en initiatieven worden steeds verder uitgebreid en complexer. Vanuit M&I/Partners hebben we de samenhang en de verschillen van het VIPP-landschap in kaart gebracht.

Lees verder